De Delver is een kunsttijdschrift dat door Stichting 'De Delver' tussen 1927 en 1941 is uitgegeven.
De informatie op deze pagina is voor een groot deel afkomstig van http://magazines.iaddb.org/periodicals/DD waar de gescande tijdschriften zijn te vinden.
Uit nummer 1 van de eerste jaargang (1927):
Ter inleiding
De uitgeefster van het kunsttijdschrift “De Delver”, de Vereniging “Kunstkring Delft”, is een kring van werkende leden, die de schone kunsten beoefenen en van kunstlievende leden, welke de eerste groep in haar werk willen steunen.
En hoewel “De Delver” naar de naam Delft lonkt, wil zij zich niet beperken tot die stad, maar meer verwijzen naar “delven, het in het licht brengen van het in de aarde verborgene”.
En ook de schone kunsten dienen breed opgevat te worden, niet alleen de beeldhouwkunst , maar de toegepaste kunst in het algemeen , als ook de muziek, grafiek, letterkunde enz kwamen aan bod.
Het streven van de Kunstkring is om door het vormen van een innige band, zowel tussen de verschillende kunstenaars onderling, als ook met de kunstminnaars, te komen tot het eigenlike doel: de kunst en de kunstnijverheid (kunstambachten) in alle delen te bevorderen en er in ruimere kring belangstelling voor op te wekken. Elke richting in de kunst heeft daarbij evenveel recht van spreken; de hedendaagse kunst zal echter vanzelf op de voorgrond komen , omdat deze het meest de belangstelling en bevordering behoeft, om tot bloei te geraken.
En zo kwam het dat ook tante aandacht kreeg.
De Delver van 1931 jaargang 5 nummer 3 Naast een kleine introductie van tante staan er ook 8 afbeeldingen van werken van tante.
De Delver van 1937 jaargang 10 nummer 4 Een bespreking van de tentoonstelling van de Internationale Federation of business and professional women die in 1937 in Parijs gehouden werd. Als illustraties werden o.a drie dierplastieken gebruikt.
De Delver van 1940 jaargang 13 nummer 8 (op de kaft staat 1939 maar binnenin staat de genoemde datum) Het nummer is bijna helemaal gewijd aan de activiteiten van de Haagse Pulchri Studio in 1939. Tante wordt vertegenwoordigd met het kinderkopje van Joost Romswinckel. En in een namen/functieopsomming staat dat tante sinds 1917 stemhebbend lid is van het Schilderkundig Genootschap “Pulchri Studio” (Den Haag).
De Delver van 1941 jaargang 14 nummer 9 Er staan twee beelden in van tante: het steenbokje in een gipsen uitvoering en de karperfontein. De beelden horen bij een artikel “Beelden en hun plaatsing” maar noch tante noch de beelden worden daarin genoemd. Na de twee foto’s van de beelden van tante is een in memoriam Albert Plasschaert opgenomen, iemand die over tante vaak geoordeeld heeft in zijn krantenartikelen.
In juli 1941 wordt het laatste nummer uitgegeven.