penningen

plaquettes

standbeelden

borstbeelden

tekeningen

dierplastieken

decoraties

keramiek

monumenten

publicaties

fotoalbum

overig
publicaties:

 

literatuurlijst:
  - biografie

  - boeken
  - periodieken

  - catalogi

 

A.G.

H. de Boer

Theo van Berkel

Ron Dirven

C. Hendriks

Roeland van Ruyven

C. Veth

B.W. Wagenaar

 

Art Deco magazine

Beeldenaar

De Delver

Elsevier

Muntkoerier

Kroniek van kunst en kultuur

het Landhuis

Rijksportaal

Haagse Historie

Den Haag Centraal

 

BN DeStem

Het Centrum

NRC

Rotterdams Nieuwsblad

De Tijd

Het Vaderland


 

A.G.

 

Uit : die Constghesellen, 1946, 3

(in het originele artikel zijn de foto’s opgenomen van het borstbeeld mannenkop 2)

 

Een mannenkop van Gra Rueb

De hardsteenen kop, van welke hierbij twee afbeeldingen zijn gereproduceerd, is een werk van de beeldhouwster Gerharda Johanna Wilhelmina, zich noemende Gra Rueb. Hoewel het beide uitstekende photo's zijn, geven ze natuurlijk van de schoonheid van het beeld slechts een vage weer gave. Ik moet bekennen in langen tijd geen werk te hebben gezien dat me zoo heeft geboeid als deze mannenkop. Ik zag hem voor het eerst in een Amsterdamschen kunsthandel; hij stond wat terzijde van een tentoonstelling van schilderijen welke me niet zeer konden bekoren. Na veel middelmatigheid opeens een verademing: deze stoere zuivere kop, levensgroot, gebeeldhouwd in een stijl, welke lichtelijk archaïseerend is.

Beeldhouwen is een wonderlijk iets: het suggereert geen ruimte of volume maar het begrenst die in bestaande realiteit en de speelruimte, welke er dan blijft voor de vierde dimensie, het geestelijk element van het werk, is eigenlijk geringer dan bij de schilderkunst. Ook daarom is dit beeldhouwwerk van Gra Rueb zoo belangrijk en het is daarmede ook geplaatst temidden van de vele knappe beelden, welke er tegenwoordig in Nederland worden gemaakt. (Men herinnere zich maar eens hoe buitengewoon boeiend b.v. op de tentoonstelling „ Kunst in Vrijheid" de zaal met het werk der beeldhouwers zich onderscheidde van de rest).

Ik weet dat de interpretatie in het algemeen funest is voor de zuivere waardeering van het kunstwerk doch dit beeld brengt er U als vanzelf toe: de kop van een krachtig en wilskrachtig mensch, een regelmatig gelaat, zeker niet wat men een mooie man" pleegt te noemen. Een nauw merkbare spottende trek om den onderlip een open blik, die in de verte kan staren doch die ook. vorschend zal kunnen zijn, een hoog voorhoofd, een goed gevormde schedel. Waarschijnlijk meer een mensch van de daad dan een philosoof, toch wel geen druktemaker doch iemand met verantwoordelijkheid. In wezen komt deze mannenkop neer op de karakteristiek van een held en dan dat begrip niet in de hoera-beteekenis van het woord maar in de goede en eerlijke opvatting daarvan.

Ik herhaal: al zulk interpreteeren leidt spoedig tot een zoeken van niet bestaande dingen, maar aan den anderen kant zegt het wel iets van de waarde van het kunstwerk, dat toch altijd de schoone harmonie van vorm en inhoud moet zijn: beide dragen elkander en ze zijn zonder elkander niet denkbaar. Het ware te wenschen dat deze mannenkop van Gra Rueb een waardige bestemming vond. Wellicht ergens waar deze steenen held de herinnering aan een van vleesch en bloed die ons land is ontvallen, kan levendig houden?

A.G.

Gerharda Johanna Wilhelmina (Gra) Rueb is 4 September 1885 te Breda geboren. Ze heeft les gehad van Toon Dupuis en van den grooten Franschen beeldhouwer en leerling van Rodin, Antoine Bourdelle. Ze heeft vele beelden gemaakt, o.a. portretten en ook een aantal penningen heeft ze ontworpen. Werk van haar is in het Museum Boymans te Rotterdam en het Gemeentemuseum te Den Haag. Penningen te Den Haag, Dantzig en Weenen

 

 

naar boven