Onderwerp | torenvalk |
Jaar | 1930 |
Gesigneerd | G R met de staander van de R los in het midden. Dus een ander monogram dan in de andere uitvoeringen. |
Materiaal | djati kembang |
Afmetingen | lb ondersokkel 11,7 x 10,1 cm en 38,5 cm hoog lb tweede sokkeltje 8,8 x 7 cm en vanaf daar 34 cm hoog |
Aanwezigheid | particuliere verzameling |
Bijzonderheden | In Het Vaderland van 6 april 1932 is vermeld dat op lotnummer 3246 van de verloting van de werken van de Crisistentoonstelling in Pulchri Studio, Den Haag een prijs gevallen is en wel een houten torenvalk van tante. Het kan om het beeldje gaan dat is gemaakt op verzoek van het Koloniaal Instituut. Het Instituut heeft blokken hout overbodig in hun collectie en geeft die aan verschillende kunstenaars met het verzoek hun ervaringen met het bewerken van die houtsoorten op te schrijven en daar dan verslag van te doen. Uit dat verslag: Mej. RUEB schreef ons: ,‚In antwoord op Uw schrijven van 23 Mei deel ik U mee, dat ik slechts djatihout heb bewerkt. Mijn ondervinding is, dat dit hout nogal kalkhoudend en kurkachtig was; het „djatikembang”-hout was taai in de bewerking. Het voordeel van deze houtsoort is vooral, dat zij weinig beïnvloed wordt door temperatuurverschillen en niet barst indien blootgesteld aan den invloed van centrale verwarming. De kleur is mooi, maar voor portret niet gunstig".
zie ook: torenvalk in brons en in aardewerk |