De NRC van 13 januari 1924 meldt dat er een propaganda-feestavond zal plaatsvinden op 23 februari en dat daar dan de eerste opvoering van een revue ten bate van het Nederlandsch Olympisch Comité in de Koninklijke Schouwburg te 's-Gravenhage zal zijn.
Daarna zal de revue in verschillende plaatsen van ons land worden opgevoerd. "De strekking van deze revue is om de hooge Olympische gedachte tot uiting te brengen daarin een beeld te geven van de beteekenis van de sport en waartoe deze kan leiden; verder ook sterk de uitwassen aan de kaak te stellen en tenslotte welke eischen er aan de sportbeoefening gesteld moeten worden.
De heeren Pisuisse en Feith zullen er zelf de hoofdrollen in vervullen, daarin bijgestaan door tal van dilettanten. Er komen in deze revue tal van groepen voor, welke onder leiding van de beeldhouwster mej. Rueb in elkaar gezet zullen worden."
Het Vaderland van 6 februari: "De Revue is geestig opgezet en zij heeft allereerst symbolische beteekenis, namelijk de nederlaag van den anti-sportieven of asportieven geest in ons dierbaar vaderland."
Een en ander zal wel vertraging hebben opgelopen, want de eerste uitvoering vond plaats op 8 maart maar is zeer geslaagd geweest: "De zaal heeft gelachen en geklapt en genoten van de zeer mooie sport-plastiek, die de beeldhouwster mej. G. Rueb kranig in elkaar heeft gezet" .
Tante heeft mensen zo ver gekregen dat zij in de stijl der "klassieke neoplastiek" een schitterende reeks van levende groepen gingen verbeelden in navolging van beroemde sportstanden der oudheid zoals de discuswerper en zwaardvechter. Dit werd gevolgd door moderne taferelen zoals de hockeyspeelster, de tennisvirtuose, de worstelaar en tenslotte de marathonloper die de lauwerkrans, de hoogste onderscheiding van het Olympisch spel, ontvangt.
Later zal "op veelvuldig verlangen" de opvoering herhaald worden.
Van de beelden is slechts bovenstaande foto teruggevonden hetgeen de vergankelijkheid van kunst onderstreept. |