Tante als getuige-deskundige
In 1934 doet zich een vreemd probleem voor: er zijn twee beeldend kunstenaars, G. Marree en D.Bus, die beiden beweren de maker te zijn van een buste. De buste is een werkstuk dat in het kader van het beeldhouwers-examen in 1933 aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag moest worden gemaakt; Bus slaagt en Marree zakt daarvoor. Als enige tijd later een foto van de geslaagde buste wordt gepubliceerd in een boekje over dat examen, herkent Marree daarin zijn werkstuk. Hij concludeert dat de werkstukken blijkbaar zijn verwisseld en stelt dat hij de afgebeelde buste gemaakt heeft. Er speelt meer dan alleen de auteursrechten op het beeld: het onderliggende probleem is wellicht het al dan niet geslaagd zijn voor het eindexamen. (Marree zakt in 1934 weer voor het examen) Er wordt een geschillencommissie in het leven geroepen om de zaak op te lossen, maar de commissie lost de zaak niet op. Een probleem kan zijn geweest dat er van het beeld alleen een foto bewaard is gebleven, de buste zelf is na het examen vernietigd. In 1936 loopt de zaak zodanig uit de hand dat een procedure wordt gestart voor de rechter-commissaris mr. van Wageningen. Er volgen een aantal enquêtes die het werk moet toeschrijven aan Marree dan wel aan Bus. In de loop der tijd laten tal van deskundigen hun licht schijnen over de materie (en één daarvan is tante). Er ontstaat echter geen eenduidigheid en de groep valt dan ook in drieën uiteen: - mensen die ten gunste van Marree stemden: mevrouw Dros (lid der examencommissie), Polet (beeldhouwer), Jordens (beeldhouwer), van Rijn (beeldhouwer, tevens secretaris van de vereniging van beeldhouwers), Nienhuis (docent kunstnijverheidsonderwijs, Amsterdam) ( een vooropleiding van Marree is de opleiding aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs, Amsterdam), Oosschat (docent van Marree) - mensen die ten gunste van Bus stemden: Mees, Ingenhousz ("beiden lid der subcommissie" , misschien wordt hiermee geschillencommissie bedoeld), Odé (professor uit Bilthoven) Toon Dupuis (beeldhouwer), mevrouw Rueb (tante was toentertijd lid der Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag. Ik heb geen idee wat dat inhoudt; ze was in ieder geval geen docent aan die school), Godefroy, Etienne (assistent van prof. Wenckenbach), - mensen die geen keuze kunnen/willen maken: de heren De Hey en Teixeira de Mattos (beiden lid van de geschillencommissie), prof Wenckenbach ("het werk is mogelijk van Marree maar waarschijnlijk van Bus. Het verschil is echter zóó gering, dat ik dit niet met zekerheid kan zeggen") Op 21 juni 1938 (!) doet de Haagsche rechtbank uitspraak en wijst de vordering van Marree af. De foto is niet aanwezig in de bibliotheek van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, in het Gemeentearchief en in het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, allen gevestigd in Den Haag. Dirk Bus (1907-1978) is bekend geworden als beeldhouwer / penningmaker en Geert Marree (1905-1978) als beeldhouwer / vioolbouwer |