Jaar |
Bert-Jan Baas heeft in het Goedewaagen-archief de inschrijving gevonden van de calculatie voor de "bouwkeramische opdracht voor groot formaat tegels in de Heldring-Pierson Bank, Den Haag". Deze is gedateerd op 8 augustus 1929.
C.Veth dateert het drie keer:
1924 in de tekst p 25
1927 onder de afbeelding p 40 en tenslotte
1937 in het overzicht van uitgevoerde werken.
Dennis van den Hoek vond de prijsberekening voor de "bas-reliëfs Piersonbank-Rueb" gedateerd 2 juli 1928. Er werd maar liefst uitgegaan van 58 tegels. Ook vond hij een ontwerp van de wand zelf, met aan de onderkant een vierkant reliëf, een rozet en daarboven drie verschillende tegels. Uiteindelijk is het ontwerp er zo niet in gekomen, want er zijn vier tegels ontworpen die samen met de rozet een strook vormden. Er zijn volgens de foto drie stroken geplaatst. Het archief van Goedewaagen lijkt dus een ontwerpfase in 1928 aan te geven en een uitvoering in 1929. |
Bijzonderheden |
De foto's van de gipsmodellen komen uit het fotomapje van tante. Veth schrijft hierover: " Schielijker herkennen wij haar hand in de decoratie der hal van het bankgebouw van "Heldring & Pierson" te 's-Gravenhage, (1924) uitgevoerd door Goedewagen's aardewerk-fabriek te Gouda. Het is een van haar proeven van plastische ceramiek, en wel een zeer geslaagde. Ook hier is geen aandacht geschonken aan aard en bestemming van het gebouw. Het dier levert het motief, in het bijzonder de kleine, vlugge dieren: zeepaardjes, slangetjes, eekhoorns, konijnen. Zij zijn met gratievolle schikking telkens gerepeteerd in een rijke maar geordende vegetatie, op hooge, smalle paneelen. Dit is een geheel van gelukkige, kernachtige werking." In het Bouwkundig Weekblad Architectura uit 1929 nr 25 staat een foto van de hal van de bank met de tegels op de achtergrond, drie keer de vier tegels boven elkaar met aan de onderkant van elke kolom een tegel met rozet, die niet in het fotoboekje staat en ook niet in Veth. In Veth staat een foto van vier keer de vier tegels. Ze staan in een andere volgorde dan op de foto van de hal. Ook in latere publicaties wordt het werk regelmatig genoemd. In het jongst gevonden artikel in een (nog onbekende) krant uit 1955 wordt het geroemd als "een van haar bijzonder geslaagde proeven van plastische ceramiek".
Helaas, bij navraag bij de vroegere en de huidige eigenaar van het gebouw blijkt het werk verdwenen en is het niet bekend wat met de tegels is gebeurd. |