penningen

plaquettes

standbeelden

borstbeelden

tekeningen

dierplastieken

decoraties

keramiek

monumenten

publicaties

fotoalbum

overig
penningen:

Van der Does de Willebois

L. & A. Romswinckel

J. van Stolberg

Kon. Emma 1928

J.L. de Raadt

Van Limburg Stirum

A.J.E.A. Bik

Hypotheekbank

Nederlandsche Rijschool

J.G. Rueb

G.F. Enger sr.

J. Wagenaar

onderwijs

huw. pr. Juliana & pr. Bernhard

  - id. moderne variant

S.J.R. de Monchy

prinses Marijke

700 jr. Den Haag

J. Greshoff

Roode Kruis

C. Sijthoff

Residentie Orkest

H.A. Gips-van Es

Chr. Rueb

P.H. Verspyck

R.A.J. van Delden

 

manco

Onderwerp G.F. Enger sr.
Jaar 1932
Gesigneerd boven rechterschouder met G.J.W.Rueb. Daarnaast zijn er uitvoeringen met “stempeltje”. a: met stempeltje en
b: zonder stempeltje
Materiaal brons
Afmetingen diameter 60 mm
Aanwezigheid particuliere verzamelingen: a en b
Bijzonderheden

Tekst op de penning:
G.F.Enger sr / Stichter / der Suikerfabriek / “Tjebongan” / 1879 1 juni 1929

 

Gerhardus Frederik (of Fredrik) Enger (Samarang 1830 - Den Haag 1908) was bekend als landhuurder ( lees: concessiehouder ) in het Gewest Djokja (in de Javaanse Vorstenlanden). In 1878 werd op Tjebongan besloten over te gaan van de indigocultuur naar de suikercultuur. Daarvoor werden twee fabrieken gebouwd: een op Tjebongan en een op Tegal-Waroe, gezamenlijk met zijn zwager de heer Soesman. Hij wordt geschouwd als de stichter van de fabriek Tjebongan.

Hij trouwde in 1853 met Ch. Meijer Timmerman Thijssen (Semarang 1835 - Den Haag 1921) en zij kregen 13 kinderen. Veel van de kinderen kwamen te werken in de fabriek of trouwden met mensen die in de fabriek werkten. Twee broers van tante trouwden in de familie Enger:
- haar oudere broer Christoffel trouwde in Yogjakarta met C.J.C. Engelberts, een dochter van E.C.W. Engelberts en Marie Enger. Haar vader was “superintendent” van de fabriek van 1880 tot 1904 en haar moeder een dochter van G.F. Enger, de stichter van de fabriek,
- haar jongere broer Coen trouwde met Anna Maria Romswinkel. De moeder van Annie was Wilhelmina Adčle Betsy Enger en zij was een andere dochter van G.F. Enger. Annie was dus een kleindochter van G.F.Enger.

 

Als G.F.Enger overlijdt, wordt in 1909 uit de nalatenschap de “Vereeniging Familiefonds Enger-Meijer Timmerman Thijssen“ opgericht, met als doel ondersteuning van hulpbehoevende leden van de familie. Deze Vereeniging bestaat nog steeds. De leiding van de fabriek werd in de jaren rond het overlijden van Enger gevoerd door A.J.E.A. Bik (die ook in de familie is getrouwd en waarvoor tante rond 1930 een penning heeft gemaakt) en later werd G.F. Enger jr., zoon van senior, administrateur van Tjebongan.
De familie bleef dus nauw betrokken bij de fabriek.

 

De penning is uitgegeven omdat de fabriek in 1929 50 jaar bestond. Mogelijk is de Vereeniging de opdrachtgever tot het maken van de penning, maar in het archief van de Vereeniging is daar niets van teruggevonden. Een argument voor kan zijn dat veel leden van de Vereeniging een penning bezitten. Het zou dan een herinnering aan de grondlegger en mede-naamgever van de Vereeniging kunnen zijn.
De oplage is onbekend, mogelijk enkele tientallen. De krans op de achterzijde doet vermoeden dat de penning geslagen is bij De Stichtsche Fabriek van Zilverwerken, Utrecht.

 

En dan is er nog het raadsel van het stempeltje. Ik lees er een C R in. Het stempeltje komt op meerdere penningen voor en is daarmee dus niet een merkteken van een verzamelaar/verzameling (Christoffel Rueb?) waar het wel voor staat weet ik niet.

 

Meer over de familiebanden met tante en de relatie van tante tot Nederlandsch Indië is te lezen in de muntkoerier van december 2012.

 

 

naar boven