Bijzonderheden |
Het vogeltje is gegoten bij Stöxen, Leiden.
Naast het hele vogeltje is er ook een stukje vogel dat een zelfstandig leven leidt. In de achterzijde van het kopje is een gaatje met schroefdraad getapt daardoor het opgehangen kan worden. Hoe zoiets kan ontstaan laat zich alleen raden.
Het vogeltje is in Brusselse aarde gegoten. Het te gieten model moet “lossend” zijn, omdat het model weer uit de aarde moet worden gehaald. Is dit niet het geval dan worden er “passtukken” gemaakt. De keel van het vogeltje is hier het probleem omdat het binnen de vorm ligt. Voor het geval er bij het gieten iets mis gaat, werden als het mogelijk was meer afgietsels gemaakt dan nodig. Mocht alles gelukt zijn dan werd het brons van de overtollig gemaakte beeldjes gewoon weer hergebruikt. Zo ook hier, waarbij er voor het laatste vogeltje niet genoeg brons in de vorm gevloeid was om het helemaal te vullen. Bij het openen van de mal zag de gieter dat er toch iets grappigs ontstaan is en is besloten het kopje niet in de bronsbak te gooien maar te bewaren (ongetwijfeld met instemming van tante want de relatie tussen de firma en tante was goed. Zo kreeg tante geboortekaartjes van de kinderen Stöxen en heeft ze die beantwoord). |